Werkgevers in het primair onderwijs zijn eigen risicodrager voor de kosten van werkloosheidsuitkeringen (WW en WOPO). Ze zijn er echter aan gewend geraakt dat de kosten in werkelijkheid in het algemeen worden vergoed door het Participatiefonds. Met ingang van 1 januari 2021 gaat dat echter ingrijpend veranderen. Uitgangspunt zal dan zijn dat 50% van de daadwerkelijke WW en WOPO-kosten voor rekening van de individuele werkgever komt. Slechts in uitzonderingsgevallen zal deze “eigen bijdrage” beperkt kunnen blijven tot 10%. Dat zijn volgens de site van het Participatiefonds de volgende situaties:
- Ontslag via kantonrechter op persoonlijke gronden
- Ontslag via UWV op bedrijfseconomische gronden of in verband met ziekte
- Niet verlengen van een tijdelijk contract voor vervanging
- Beƫindiging dienstverband d.m.v. een vaststellingsovereenkomst vanwege bedrijfseconomische noodzaak
- Ontslag op verzoek van werknemer waarbij werkloosheidskosten ontstaan (lees hier meer info van het UWV). Deze grond is een uitzondering, want die komt voor 100% vergoeding in aanmerking
De vraag is uiteraard vooral wat er gaat gebeuren met situaties die op dit moment veelal via een vaststellingsovereenkomst en het invullen van modelverklaringen worden gerealiseerd. Is dan een daadwerkelijke procedure bij de kantonrechter noodzakelijk? Meer hierover leest u in dit artikel van Willem Lindeboom in School en Wet van september 2019.