In de voortgezet onderwijs ontbreekt een wettelijke basis voor het verminderen van de rijksbekostiging wegens ondoelmatige bestedingen. Dit heeft de Afdeling recent geoordeeld in het hoger beroep dat een school, bijgestaan door Brussee Lindeboom Advocaten, aanhangig had gemaakt tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag op een besluit van de staatssecretaris om de bekostiging te verminderen.
Het ging om de bezoldiging van een bestuurder, die bij uitdiensttreding in 2011 zijn BAPO- en spaarverlof uitbetaald kreeg. Omdat de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector toen nog niet in werking was getreden, was die betaling niet onrechtmatig. Inspectie en ministerie vonden die betaling wel buitensporig, en daarmee ondoelmatig. De staatssecretaris corrigeerde de bekostiging daarop, met een beroep op artikel 21 Bekostigingsbesluit Wvo. In de zienswijze- en bezwaarprocedure hield de staatssecretaris ondanks de vele tegenwerpingen van de school voet bij stuk. De rechtbank stelde de staatssecretaris in het gelijk, maar de Afdeling heeft die uitspraak vernietigd.
De Afdeling oordeelt dat in de Wet op het voortgezet onderwijs geen bepaling te vinden is waaruit volgt dat de bekostiging behalve rechtmatig ook doelmatig moet worden aangewend. Deze wet voorziet ook niet in en specifieke bevoegdheid voor de staatssecretaris om in geval van ondoelmatige aanwending van de rijksbekostiging de rijksbijdrage te corrigeren. De correctie kan daarom ook niet gebaseerd worden op artikel 21 Bekostigingsbesluit(dat bepaalt dat ondoelmatige bestedingen tot correctie van de rijksbekostiging kan leiden). De overige argumenten die namens de school tegen de correctie naar voren waren gebracht, konden daarmee onbesproken blijven.
Het ontbreken van een bevoegdheid tot bekostigingscorrecties vanwege (vermeende) ondoelmatig bestedingen, geldt evenzeer voor het primair en speciaal onderwijs. In het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs ligt dat anders, omdat de sectorwetten daar wel die correctiebevoegdheid bevatten.