Op 26 maart 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een interessante uitspraak gedaan over het regelmatig voorkomende fenomeen van de docent die op 1 augustus bij een andere werkgever gaat werken en zijn oude baan per 1 september opzegt. De maand augustus heeft hij volledig vakantie, zodat hij naar geen van beide werkgevers in de knoop komt met zijn verplichting om arbeid te leveren.
De CRvB oordeelt dat op deze situatie artikel 14.1 lid 2 CAO VO van toepassing is. Omdat het schooljaar loopt van 1 augustus tot 1 augustus is de betrokkene in het nieuwe schooljaar niet gedurende het gehele schooljaar in dienst geweest van de instelling. Integendeel: hij is dat schooljaar maar één maand in dienst geweest.
De aanspraak op de vakantie in het nieuwe schooljaar moet dan volgens de CRvB berekend worden aan de hand van artikel 14.1 lid 2 CAO VO. Dat levert natuurlijk maar enkele dagen op en geen hele maand. Dit betekent dat de werknemer teveel vakantiedagen heeft genoten en dat deze verrekend kunnen worden bij de eindafrekening die de oude werkgever bij einde dienstverband per 1 september opmaakt.
De CRvB wijst er hierbij uitdrukkelijk op dat de situatie het gevolg is van de eigen keuze van de werknemer. Het is natuurlijk niet nodig om per 1 september om ontslag te verzoeken. De werknemer kan er in deze situatie ook voor kiezen om zijn oude baan per 1 augustus op te zeggen.
Schoolbesturen kunnen dus aankomende zomer, met een beroep op deze uitspraak, bij de eindafrekening per 1 september de vakantiedagen over augustus verrekenen, indien zij een dergelijke situatie aan de hand hebben. Indien u vragen hebt over een zo’n situatie, neemt u dan contact op met Marcel Dekker van ons kantoor. Hij behartigde de belangen van de werkgever in deze zaak.