Op 6 maart 2019 heeft de Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) een advies uitgebracht waarin zij oordeelde dat het door een samenwerkingsverband gevoerde beleid met betrekking tot vereiste instemming van ouders met een aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) in strijd is met de wet. Centraal in de procedure bij de GPO stond de vraag of de school in redelijkheid tot een voorgenomen verwijdering kon komen. In deze zaak oordeelde de GPO dat dit het geval was, maar nam de GPO ook de vrijheid om het betrokken Samenwerkingsverband – die ook inbreng had in de procedure – aan te spreken op het door haar gevoerde beleid. Door instemming van ouders met de aanvraag van de TLV als voorwaarde te verbinden aan de mogelijkheid om een TLV af te geven, perkt dit Samenwerkingsverband haar wettelijke taak te veel in, terwijl de wet daar geen mogelijkheid voor biedt, aldus de GPO.
Het samenwerkingsverband heeft als wettelijke taak om op verzoek van het schoolbestuur te beoordelen of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis/voortgezet) onderwijs. De voorwaarde dat ouders moeten instemmen met de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring, is volgens de GPO een niet toegestane beperking van die wettelijke taak, waardoor het schoolbestuur zijn zorgplicht niet (volledig) kan vervullen. Dit beleid levert dus strijd met de wet op, aldus de GPO.
Vanaf 1 augustus 2017 hebben ouders instemmingsrecht op het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief. Zie hierover ook het artikel dat Sanne Kruithof in 2017 schreef voor School en Wet: “Handelingsdeel OPP Instemming vereist of instemming gewenst”. Voor en vlak na de invoering van dit instemmingsrecht kregen wij veel vragen over of dit inhield dat óók voor de aanvraag van een TLV, door een school(bestuur), instemming van ouders vereist zou zijn. Wij hebben het standpunt ingenomen dat dit niet zo is. Wanneer het instemmingsrecht van ouders zo zou worden uitgelegd, zouden ouders een vergaand ‘blokkeringsrecht’ in handen krijgen, dat niet valt af te leiden uit de vereiste overeenstemming over het handelingsdeel.
Sommige samenwerkingsverbanden hebben ten tijde van de invoering van het instemmingsrecht van ouders op het handelingsdeel, en sommigen daarvoor al, in het Ondersteuningsplan instemming van ouders met de aanvraag van een TLV als vereiste opgenomen. Bij de Landelijke Bezwarenadviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT), eveneens ondergebracht bij Onderwijsgeschillen, zijn samenwerkingsverbanden eerder aan (voorwaarden uit) eigen beleid gehouden. Voor samenwerkingsverbanden is het aan te raden een dergelijke voorwaarde niet dwingend op te nemen in de procedure en indien dit is opgenomen, het Ondersteuningsplan hierop aan te passen (met inachtneming van de daarvoor geldende (medezeggenschaps)procedures).
Het is interessant om te volgen hoe een (bestuurs)rechter een dergelijke voorwaarde van een samenwerkingsverband zal gaan toetsen. Hier is tot nu toe, voor zover bekend, nog geen rechterlijke uitspraak over.