Schoolbesturen in het basis- en (voortgezet) speciaal onderwijs zijn op 1 augustus 2022 van de herbenoemingsverplichting af. De herbenoemingsverplichting leidt bij een ontslag met wederzijds goedvinden vaak tot vervelende discussies over de vaststellingsovereenkomst. Werkgevers willen werknemers graag laten tekenen voor ongeschiktheid voor de functie als reden voor ontslag. Ook al is de werkelijke reden een andere. Want alleen bij functie-ongeschiktheid kunnen die werkgevers een permanente ontheffing krijgen van de verplichting om vacatures in de toekomst bij voorrang aan te bieden aan ex-werknemers die met recht op WW/WOPO uit dienst gaan.
De afschaffing van de herbenoemingsverplichting verloopt nogal chaotisch. De uit 2005 daterende Regeling achterwege laten vermindering van de bekostiging bij niet-herbenoeming ontslaguitkeringsgerechtigde ex-werknemers primair onderwijs is al per 1 april 2022 vervallen. Dit is geregeld in artikel XXIII sub i van de Wijzigingsregeling in verband met de vereenvoudiging bekostiging po van 15 maart 2022. De wettelijke grondslagen van de Regeling uit 2005 (artikel 138 lid 6 WPO en artikel 132 lid 6 WEC) zijn er echter nog. Dit gebeurt alsnog als de wettelijke basis voor de modernisering van het Participatiefonds in werking treedt en de verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds vervalt. Het Staatsblad waarin de inwerkingtreding van dit alles is geregeld, verscheen op 20 april 2022.
Uit het bovenstaande volgt, dat de ontheffing die via de regeling uit 2005 te verkrijgen was, sinds 1 april 2022 van de baan is. Een benoeming van een ander personeelslid dan de eigen wachtgelder is echter tot 1 augustus 2022 nog grond voor een bekostigingssanctie omdat dit nu eenmaal uit de artikelen 138 WPO en 132 WEC voortvloeit. Om dat te voorkomen zou weer – net als vroeger – een daadwerkelijke aanvraag tot ontheffing bij OCW of DUO ingediend moeten worden. Dit is ongetwijfeld niet de bedoeling van de wetgever, maar nu tussen het vervallen van de Regeling uit 2005 en het vervallen van de wettelijke grondslag voor die Regeling vier maanden zit is dit formeel wel de consequentie.