Cornelius Haga Lyceum Minister Slob wordt in de zaak-Haga beteugeld door het grondwetsartikel over onderwijsvrijheid dat hem zo dierbaar is.
Minister Arie Slob (Voortgezet Onderwijs, ChristenUnie) leed maandagmiddag een grote nederlaag bij de rechtbank, mede dankzij het grondwetsartikel dat hij als politicus zo vaak heeft omarmd: Artikel 23 over de vrijheid van onderwijs.
De bestuursrechter in Amsterdam veegde Slobs aanpak van het Cornelius Haga Lyceum van tafel. De minister had het bestuur van de islamitische middelbare school niet mogen opdragen op te stappen. Er is volgens de rechtbank geen sprake van ontoereikend burgerschapsonderwijs op het Haga en slechts in beperkte mate van financieel wanbeheer. Door te eisen dat de school „openlijk” afstand nam van „personen met salafistisch gedachtegoed”, heeft Slob volgens de rechter aan de vrijheid van onderwijs getornd.
Met het vonnis worden de aantijgingen die verschillende overheidspartijen sinds een jaar richting het Haga uiten opnieuw afgezwakt. Eerder oordeelde de toezichthouder van de AIVD dat de inlichtingendienst haar waarschuwingen over de school op punten „onvoldoende onderbouwd” had. De Inspectie van het Onderwijs concludeerde in juli al dat ze de waarschuwing van de AIVD over antidemocratisch onderwijs niet herkende. Wel kwam ze met nieuwe verwijten over wanbeheer en gebrekkige burgerschapsvorming.
Lees het hele artikel in het NRC van 20 januari 2020