Gisteren een aanvullend bezwaarschrift afgerond in een zaak tegen WW-plus, de uitvoerder van de bovenwettelijke werkloosheidsregeling in het primair onderwijs. De vraag is of de aansluitende uitkering van de WOPO nu duurt tot 65 of tot de feitelijke pensioenleeftijd van betrokkene.
Toen de pensioenleeftijd voor iedereen nog 65 was leverde dit nooit problemen op, maar nu heb je een categorie mensen van – zeg – 58 plus, die zowel een beroep kan doen op de de regel dat je bij voldoende diensttijd een aanvullende uitkering krijgt tot 65 jaar als op de regel dat je na je 49e en met voldoende diensttijd een op de WW aansluitende uitkering krijgt van 5,5 jaar. Dat laatste is gunstiger, want de aansluitende uitkering stopt niet bij 65. De PO-raad vindt dit laatste niet de bedoeling. Wij vinden echter dat de WOPO duidelijk is en als CAO – en dus tamelijk letterlijk – moet worden uitgelegd. Bovendien is de CAO-regeling pas overeengekomen toen de pensioenleeftijd al opgeschoven was naar uiterlijk 67 jaar. Wordt vervolgd!